De minister-president heeft op 22 december 1980 een vlaginstructie vastgesteld voor het uitsteken van de vlag vanaf rijksgebouwen. Voor lokale overheden geldt deze vlaginstructie ook. Voor particulieren en private instellingen bestaat een dergelijke instructie niet, maar desgevraagd wordt hen geadviseerd deze vlaginstructie te volgen.
Goed gebruik van de Nederlandse vlag
De Nederlandse vlag is het symbool van de eenheid en de onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden. De vlag behoort overal waar zij op het Nederlands grondgebied wordt ontplooid, de ereplaats te hebben. Bij de Nederlandse vlag gaat het om traditie, wellevendheid en etiquette. Met symbolen van de Staat ga je eerbiedig, fatsoenlijk en netjes om.
Het hijsen van de vlag
De vlag dient gehesen te worden aan een stok, waarvan de lengte zodanig is, dat de vlag (als zij halfstok is bevestigd) nimmer de grond raakt of het verkeer kan hinderen. Nederlandse of buitenlandse vlaggen behoren niet tussen zonsondergang en zonsopgang gehesen te worden of te blijven. Elke vlag moet bij zonsondergang worden neergehaald en eventueel bij zonsopgang weer worden gehesen.
Halfstok vlaggen
Ten teken van rouw wordt de vlag half stok gehesen. Hierbij wordt eerst de vlag tot de top gehesen, waarna ze langzaam wordt neergehaald totdat het midden van de vlag op de helft van de normale hoogte is gekomen, waarna de vlaggenlijn wordt vastgebonden. De vlag mag nooit de grond raken of ergens tegenaan slaan. Dreigt dit te gebeuren, dan dient de vlag met de uiterste blauwe punt aan de vlaggenlijn te worden vastgebonden.
Bij het neerhalen van een halfstok gehesen vlag wordt deze eerst langzaam in top gehesen en vervolgens op de zelfde wijze neergehaald. Alleen daar waar een officiële herdenking plaatsvindt wordt de vlag na het spelen van het Volkslied langzaam en statig in top gehesen. Op alle andere plaatsen blijft de vlag halfstok.
Met betrekking tot de Nederlandse vlag
De kleuren van de Nederlandse vlag zijn helder vermiljoen, helder wit en kobalt blauw. Een vlag moet schoon zijn en er behoort geen versiering of andere toevoeging te worden aangebracht. Een verkleurde of versleten vlag steken wij niet uit. Over de afmetingen van de vlag zijn geen voorschriften opgesteld, maar in het algemeen dient de verhouding 3:2 (lengte : breedte) te zijn.
Wanneer mag ik de vlag uitsteken en wanneer niet
Voor het uitsteken van de vlag vanaf rijksgebouwen is door de minister-president in 1980 een vlaginstructie vastgesteld. Deze vlaginstructie geldt ook voor lokale overheden. Voor particulieren en private instellingen bestaat een dergelijke instructie niet, maar desgevraagd wordt hen geadviseerd onderstaande instructie te volgen.
Het uitsteken van de vlag gebeurt op de onderstaande dagen (als deze dag op een zondag of op erkende christelijke feestdag valt, dan geldt de datum tussen haakjes).